Symptomen

Deze aandoeningen vervormen het schoudergewricht waardoor uiteindelijk pijn, bewegingsbeperking en een gevoel van bloccages optreden. De pijn is vaak continu aanwezig, ook 's nachts (men kan er niet meer op liggen) en neemt toe na belasting en bij weersveranderingen. De stijfheid wordt vaak beter verdragen doordat het schouderblad een deel van de schouderfuncties kan overnemen.

Diagnose

Via klinisch en radiologisch onderzoek.

Behandeling algemeen

Onderzoeken

No items found.

Behandelingen

Conservatieve behandeling artrose schouder
+

Conservatieve behandeling is vooral gericht op ontstekingsremmers. Deze kunnen in pilvorm (NSAID) of via infiltraties worden toegediend.

Via de inspuitingen worden corticosteroïden of hyaluronzuur toegediend. Hyaluronzuur is het hoofdbestanddeel van de natuurlijke gewrichtsvloeistof. Die ontstekingsremmende vloeistof werkt als smeermiddel en schokdemper.

Kinesitherapie kan de beweeglijkheid bevorderen. Infiltraties met hyaluronzuur kunnen subjectief eveneens de klachten doen verbeteren of stagneren.

PDF bestanden
No items found.
Arthroscopie van de schouder
+

Wanneer de conservatieve maatregelen in onvoldoende beterschap resulteren en de aantasting van het gewricht nog niet té uitgesproken is, kan een arthroscopisch debridement uitgevoerd worden. Hierbij wordt de schouder “opgekuist”: de ontstoken slijmbeurs wordt weggenomen, de lange bicepspees wordt doorgenomen indien deze nog niet spontaan is afgescheurd en losse kraakbeenflarden worden verwijderd.

Er wordt eveneens een capsulaire release (= het losmaken en verwijderen van littekenweefsel in het kapsel) verricht om de beweeglijkheid te verbeteren.

De resultaten van deze ingreep zijn echter niet altijd voorspelbaar zodat deze optie voorbehouden wordt voor de wat jongere patiënten met een matige gewrichtsaantasting of oudere mensen met nog een behoorlijke functie die geen prothesechirurgie meer wensen.

Schouderprothese
+

Het vervangen van een schouder is een veilige en betrouwbare ingreep.

De laatste jaren is er een belangrijke evolutie geweest betreffende het design en de mogelijkheden van een schouderprothese.

Door deze ingreep, waarbij de ruwe versleten oppervlakten vervangen worden, zal de pijn verdwijnen en kunnen de normale dagelijkse bewegingen terug uitgevoerd worden.

Belangrijk om te weten is of de pezen rondom het versleten gewricht intact zijn. Daarom wordt het vervangen van het schoudergewricht door een prothese voorafgegaan door een (arthro)-CT-scan of (arthro)-NMR onderzoek. Dit onderzoek evalueert de kwaliteit van de spieren en de pezen zodat bepaald kan worden of een anatomische prothese (= een normaal gewricht gelijkende prothese) ofwel een reversed prothese (= een omgekeerd gewricht) geplaatst moet worden.

Totale anatomische schouderprothese

Wanneer het kraakbeen zowel ter hoogte van de humeruskop als het glenoid in belangrijke mate is aangetast, wordt een anatomische schouderprothese geplaatst.

De essentiële voorwaarde hiervoor is dus dat de rotator cuff spieren intact zijn. De versleten bol van de bovenarm wordt afgezaagd en vervangen door een metalen bol. De schouderkom (glenoid) wordt bedekt met een komvormige polyethyleen (= soort plastic) component.

Omgekeerde schouderprothese

Wanneer het schoudergewricht belangrijke aantasting vertoont en de rotator cuff niet meer functioneel en/of herstelbaar is, biedt een omgekeerde schouderprothese de enige oplossing.

Deze prothese staat ook bekend als de Grammontprothese, naar de Franse arts die haar ontwikkelde, Paul Grammont.

De omgekeerde prothese bestaat net als een anatomische prothese uit een bal en een kom. Zoals de naam het zegt, wordt ze omgekeerd ingeplant: De bol van de prothese komt terecht op de kom van de schouder en wordt er vastgemaakt met schroeven. de kom van de prothese komt terecht op de bovenarm. De kom wordt vastgemaakt met een steel in de schacht van de bovenarm. In tegenstelling tot een anatomische schouderprothese functioneert deze prothese enkel op de deltoidspier en zonder de rotator cuff.

Injecties bij arthrose
+

Corticosteroïden: Als systemische ontstekingsremmers ook onvoldoende effect hebben kan er ook een ontstekingsremmer (corticosteroïden) lokaal in u knie worden geïnjecteerd. Deze infiltraties werken vaak veel sterker dan de orale ontstekingsmedicatie. Omdat corticosteroïden ook een nadelig effect kunnen hebben op het kraakbeen mogen deze corticosteroïden maximaal 3 tot 4 keer per jaar worden geïnjecteerd.

Hyaluronzuurinjecties: Hyaluronzuur is een bestanddeel van gezond kraakbeen. Het is mogelijk om dit in de knie te spuiten. Het effect wisselt tussen patiënten: bij de één werkt het beter dan bij de ander. De injectie kan op de raadpleging door de orthopedist worden gegeven, waarna de patiënt gewoon  kan lopen en fietsen. Hierbij geldt het principe: baat het niet, schaadt het niet. Als het middel effect heeft, kan het vaker worden herhaald. Bij ernstige slijtage is deze behandeling minder succesvol.

PDF bestanden
No items found.

Video